Hepatitis C behandeling niet zo pan-genotypisch als verwacht Bijgewerkt op 19.11.19

19-11-2019 De huidige generatie DAA voor de behandeling van een infectie met hepatitis C is veelal pangenotypisch, d.w.z. dat dezelfde (combinatie van ) middelen voor de behandeling van alle genotypen van het hepatitis C-virus geschikt is. De huidige middelen laten in de meeste studies een effectiviteit van meer dan 95% sustained virological respons (SVR) zien na 8 tot 16 weken behandeling. In een recente studie van Childs et al, gepubliceerd in J. of Hepatol. van november 2019, zijn de resultaten van 2.211 patiënten geanalyseerd die tussen 2010 en 2018 behandeld zijn. 91 van deze patiënten (4,1%) behaalden geen SVR. Bij nadere analyse in de patiënten bij wie geen SVR werd behaald, bleek dat 35 patiënten (38,5%) geïnfecteerd waren met ‘ongewone’ HCV-varianten. O.a. de HCV genotypen 1 e, 1g, 1h 1l werden gevonden. Daarnaast kwam in de groep patiënten die geen SVR had, bij 12 patiënten ‘ongewone’ subtypen van genotype 4 voor (4c, 4e, 4f, 4k en 4r). De patiënten waarin geen SVR werd behaald waren veelal van Afrikaanse afkomst.

Bij multivariate analyse van factoren die invloed hadden op het behalen van SVR bleken ‘ongewone’ HCV genotype 1 varianten en het hebben van NS5A-RAS geassocieerd waren met het niet behalen van een SVR.

De resultaten worden bevestigd door andere studies waarin is gevonden dat de SVR rate in patiënten van Afrikaanse afkomst, lager is dan de 95-95% SVR die voorkomt bij studies in patiënten afkomstig uit de VS of Europa. Ook in studies in patiënten met Aziatische afkomst word dit gevonden.

Pangenotypische behandeling van een infectie met HCV is grotendeels ontwikkeld en geoptimaliseerd voor de behandeling van patiënten uit de VS en Europa. De SVR-rates in patiënten geïnfecteerd met HCV genotypen en subtypen die minder vaak voorkomen in de VS en Europa is vaak niet exact bekend. Ook het voorkomen van deze geno- en subtypen in landen met laag- en middelinkomen is maar deels bekend.

Deze bevindingen hebben mogelijk invloed op het doel van de WHO-doelen om de incidentie van hepatitis C met 90% te verlagen en de mortaliteit aan HCV met 65% te verminderen.

 

Bronnen:

J-M Pawlotsky. Editorial. DAA failures in African patients with “unusual” HCV subtypes: Hey! Didn’t you know there was another world? J of Hepatol 2019; 71: 1070-72. DOI: https://doi.org/10.1016/j.jhep.2019.09.021

K Childs, C Davis, M Cannon, S Montague, A Filipe, L Tong, P Simmonds, Donald Smith, EC Thomson, G Dusheiko, K Agarwal. Suboptimal SVR rates in African patients with atypical genotype 1 subtypes: Implications for global elimination of hepatitis C. J of Hepatol 2019; 71: 1099-1105. DOI: https://doi.org/10.1016/j.jhep.2019.07.025

Fourati, S., Rodriguez, C., Hezode, C., Soulier, A., Ruiz, I., Poiteau, L. et al. Frequent antiviral treatment failures in patients infected with hepatitis C virus genotype 4, subtype 4r. Hepatology. 2019; 69: 513–523

Gupta, N., Mbituyumuremyi, A., Kabahizi, J., Ntaganda, F., Muvunyi, C.M., Shumbusho, F. et al. Treatment of chronic hepatitis C virus infection in Rwanda with ledipasvir-sofosbuvir (SHARED): a single-arm trial. Lancet Gastroenterol Hepatol. 2019; 4: 119–126

Wei, L., Lim, S.G., Xie, Q., Van, K.N., Piratvisuth, T., Huang, Y. et al. Sofosbuvir-velpatasvir for treatment of chronic hepatitis C virus infection in Asia: a single-arm, open-label, phase 3 trial. Lancet Gastroenterol Hepatol. 2019; 4: 127–134

Lu, J., Feng, Y., Chen, L., Zeng, Z., Liu, X., Cai, W. et al. Subtype-specific prevalence of hepatitis C virus NS5A resistance-associated substitutions in Mainland China. Front Microbiol. 2019; 10: 535

Semenova, T., Nemoz, B., Thibault, V., Lagathu, G., Duverlie, G., Brochot, E. et al. Hepatitis C subtype distribution in chronically infected patients with mild liver fibrosis in France: the GEMHEP study. Epidemiol Infect. 2019; 147: e234