Immuniteit tegen hepatitis A en hepatitis B bij asielzoekers Bijgewerkt op 28.10.19

15-08-2019   Verhoogde prevalentie van chronische hepatitis B onder asielzoekers onderstreept het belang van screening van asielzoekers uit endemische landen blijkt uit onderzoek van Alma Tostmann e.a. gepubliceerd in nummer 31 van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

In een transversaal seroprevalentieonderzoek, uitgevoerd in 2016, hebben 622 volwassen asielzoekers van 18-45 jaar uit Syrië, Iran, Irak, Afghanistan en Eritrea een vragenlijst ingevuld en werd de seroprevalentie bepaald van beschermende antistoffen tegen mazelen, bof, difterie, tetanus, polio, varicella, en hepatitis A en B. De gemiddelde seroprevalentie voor hepatitis A was 84%: uit Eritrea 100%, Afghanistan 99%, Irak 95%, Syrië 86% en Iran 54%.

De gemiddelde seroprevalentie voor hepatitis B (anti-HBs positief, dat wil zeggen immuniteit verkregen door vaccinatie) was 27%, variërend van Irak 5% tot Iran 34%. Bij 25% van de deelnemende asielzoekers uit Eritrea en bij 5% van de asielzoekers uit Iran was het serologisch onderzoek positief voor anti-HBc, dat betekent dat er sprake was van een doorgemaakte of chronische hepatitis B. Bij 7 deelnemers (1%) was het serologisch onderzoek positief voor HBsAg, dit betekent een chronische infectie met het hepatitis B-virus: 3 personen waren geboren in Eritrea (6%), 3 in Syrië (1%) en 1 in Afghanistan (1%).

Vaccinatie tegen hepatitis B wordt aangeboden in het RVP programma, en aan mensen uit risicogroepen, zoals mannen die seks hebben met mannen en aan sekswerkers. Asielzoekers uit deze risicogroepen komen ook in aanmerking voor vaccinatie, wel is het zinvol om eerst te testen op hepatitis B dragerschap.

Bron: Ned Tijsdschr Geneeskd. 2019;163:D3678.

Klik hier voor meer Informatie over hepatitis B serologie.