EASL en ESCMID hebben een update gepubliceerd van de leidraad voor artsen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met een chronische leverziekte. Hoewel veel aspecten nog steeds onduidelijk zijn, is het wel duidelijk geworden dat bij de zorg voor patiënten met COVID-19 rekening gehouden moet worden met de reeds bestaande leveraandoeningen en leverbeschadiging. Patiënten met een chronische leveraandoening lijken op zich niet oververtegenwoordigd te zijn in cohorten patiënten met COVID-19.
Uit de review door Tobias Boettler e.a, gepubliceerd op 4 augustus in JHEP Reports, blijkt dat het risico op infectie en/of het risico op een ernstig beloop van COVID-19 kan verschillen, afhankelijk van de aard van de chronische leverziekte en de aan- of afwezigheid van gevorderde fibrose of cirrose.
Aard van de infectie
Er zijn weinig of geen aanwijzingen dat chronische virale hepatitis het ziekteverloop van COVID-19 beïnvloedt. Echter bij hepatitis ten gevolge van een metabole leverziekte lijkt dit anders te zijn. Obesitas blijkt een significante risicofactor te zijn voor een ernstig verloop van COVID-19. Ernstige longontsteking komt met name voor bij mannelijke COVID-19 patiënten met obesitas.
Meer gegevens zijn nodig om te bepalen of het specifieke risico van COVID-19 verhoogd is bij patiënten met auto-immuun hepatitis en de invloed van steroïden en/of andere immunosuppressieve medicatie op het verloop van COVID-19.
Mate van fibrose en cirrose
De mortaliteit van COVID-19 patiënten met cirrose blijkt aanzienlijk groter te zijn dan bij COVID-19 patiënten zonder cirrose. De momenteel beschikbare gegevens ondersteunen niet het idee dat transplantatie of specifieke immunosuppressieve regimes het risico op een ernstig beloop van COVID-19 significant beïnvloeden. Wel komt acuut nierlijden vaker voor bij transplantatiepatiënten met COVID-19. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door het gebruik van calcineurineremmers. Gestoorde leverfunctiewaarden komen vaak voor bij patiënten met COVID-19, en werd aangetroffen in 19-76% van de patiënten. De oorzaak van de leverbeschadiging is waarschijnlijk multifactorieel, zoals systemische ontsteking, intra-hepatische immuun-activering, micro-vasculaire trombose, en geneesmiddel toxiciteit.
De richtlijn benadrukt dat in het licht van het toenemende bewijs dat de ernst van de leverziekte bij aanvang geassocieerd is met slechte resultaten van COVID-19, behandeling van een onderliggende leverziekte een van de belangrijkste strategieën kan zijn om patiënten te beschermen tegen de nadelige effecten van een toekomstige SARS-CoV-2-infectie. Er worden in de richtlijn enkele aanbevelingen gedaan om waar mogelijk terug te keren naar routinematige zorg.
Bron: Boettler Tobias e.a., Impact of COVID-19 on the care of patients with liver disease: EASL-ESCMID position paper after 6 months of the pandemic. JHEPReports. August 04, 2020. DOI:https://doi.org/10.1016/j.jhepr.2020.100169