Arbowetgeving hepatitis B vaccinatie Bijgewerkt op 11.05.21

Arbowetgeving hepatitis B vaccinatie. Werkgevers zijn verplicht ervoor te zorgen dat hun werknemers veilig en gezond kunnen werken. Wat dit precies betekent, staat in de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling. Om deze wetten nauwkeurig na te leven moet iedere werkgever een arbobeleid voeren. De Arbowetgeving beschrijft de wetgeving omtrent bescherming van medewerkers op de werkvloer betreffende o.a. biologische agentia. [1]   Per sector worden arbocatalogi opgesteld waarin vastgelegd wordt hoe het arbobeleid ingericht is. De arbocatalogus voor verpleeghuizen en thuiszorg en hepatitis B preventie vindt u hier.

 

Hepatitis B

Hepatitis B  is een ontsteking van de lever die ontstaat door besmetting met het hepatitis B-virus. De incubatietijd, dit is de tijd tussen besmetting en het optreden van klachten, is 1-6 maanden. In de meeste gevallen treden klachten pas vele jaren na de besmetting op, als de lever ernstig is aangedaan. Als het virus langer dan zes maanden aanwezig is, spreekt men van chronische hepatitis. Iemand is besmettelijk zolang hij/zij drager is van het virus. Het virus wordt overgedragen via bloed op bloed contact en via seksueel contact. Hepatitis B is te voorkomen door vaccinatie.

In de praktijkrichtlijn Hepatitis B vaccinatie van risicolopend personeel staat wie voor vaccinatie tegen hepatitis B in aanmerking komt. Vaststellen van een verhoogd risico gebeurt aan de hand van een risico inventarisatie en evaluatie (RIE).

Bekijk voor hepatitis B-vaccinatie van (mogelijk) risicovormend personeel de Landelijke richtlijn preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten.

 

Hepatitis B vaccinatie

Een volledige vaccinatie bestaat uit 3 injecties, die verspreid over een half jaar gegeven worden (op maand 0 – 1 – 6). Vier tot zes weken na de laatste vaccinatie wordt het bloed onderzocht om te kijken of het lichaam genoeg antistoffen tegen het virus heeft aangemaakt. De hoeveelheid antistoffen heet ‘anti-HBs titer’. Deze titer moet ≥10 IE/L zijn, er is dan voldoende bescherming tegen het virus. 95% van de mensen bouwt voldoende antistoffen op na volledige vaccinatie.

Bij risicovormers (chirurgen, verloskundigen, tandartsen, mondhygiënisten) moet de titer>100 IE/L zijn. Risicohandelingen zijn die handelingen waarbij de kans op bloed-bloedcontact tussen gezondheidszorgwerker en patiënt groot is. Het betreft vooral handelingen waarbij de (gehandschoende) handen binnen lichaamsholten of wonden in contact kunnen komen met scherpe instrumenten, naalden of scherpe weefseldelen (bijvoorbeeld botpunten of gebitselementen), terwijl de handen of vingertoppen soms niet zichtbaar zijn.

 

 


Referenties

  1. Rijksoverheid. Arbobeleid

Aandoening

Onderwerp

Meer uitleg nodig?

Heeft u niet gevonden wat u zoekt? Neem dan contact met ons op.

Stel een vraag

Is deze bron betrouwbaar?

Lees meer over hoe deze website tot stand is gekomen.

Lees verder