Besmetting met het hepatitis C-virus Bijgewerkt op 08.12.20

Hoe vindt besmetting met het hepatitis C-virus plaats? Hepatitis C is een bloedoverdraagbare aandoening, dit betekent dat het hepatitis C-virus via bloed op bloed contacten kan worden overgedragen, net zoals het hepatitis B-virus en hiv.

Voor 1992 was in Nederland besmetting met het hepatitis C-virus een risico voor ontvangers van bloedtransfusies en voor mensen met hemofilie die behandeld werden met een stollingspreparaat dat uit menselijk bloed is gemaakt. Vanaf 1991 wordt door de bloedbanken in Nederland een uitgebreide controle van bloed en bloedproducten op het hepatitis C-virus uitgevoerd.

Een andere grote groep besmette mensen zijn (ex-)injecterende druggebruikers die met vuile naalden spuiten of gemeenschappelijke rietjes gebruiken bij het opsnuiven van cocaïne. Het betreft hier ook mensen die ooit, ook al is het maar één keer, drugs hebben gespoten.

Bij ruim een derde van de patiënten met hepatitis C is het echter niet goed mogelijk aan te geven hoe de besmetting is gekregen. Veel mensen hebben het hepatitis C-virus opgelopen door de gezondheidszorg omdat instrumenten niet of onvoldoende zijn gesteriliseerd. Denk hierbij aan contact met besmet bloed bij verwondingen van de huid of slijmvliezen, operaties en tandheelkundige behandelingen. Andere factoren die bij besmetting een rol hebben gespeeld zijn o.a. tatoeage, gemeenschappelijk gebruik van scheermesjes of tandenborstels.

Uit steekproeven in de Nederlandse bevolking (bv de Pienter-projecten) blijkt dat hepatitis C relatief vaker aanwezig is in migranten dan in de autochtone Nederlandse bevolking. De prevalentie is lager dan in andere risicogroepen maar door de omvang van de groep dragen eerste generatie migranten toch het meeste bij aan de prevalentie van hepatitis C in Nederland.

Personen met verhoogde ALAT (een leverfunctie test) worden als een risicogroep gezien omdat in enkele studies is aangetoond dat hepatitis B of hepatitis C vaker voorkomt in personen met een verhoogde ALAT in vergelijking met personen met een normale ALAT. Dit betekent dat, indien een verhoogde ALAT aangetoond wordt en er is geen oorzaak bekend, verder onderzoek op virale hepatitis zinvol kan zijn. [3]

Vanwege de sterk verbeterde behandelmogelijkheden van hepatitis C heeft de Gezondheidsraad aanbevolen om aan gezondheidszorgpersoneel dat in het contact met patiënten het risico loopt om besmet te raken dan wel anderen te besmetten, screening op  hepatitis C aan te bieden en zo nodig ook behandeling.  [4]

Het risico dat een moeder tijdens de zwangerschap het hepatitis C-virus overdraagt aan haar ongeboren kind is laag, ongeveer 2% (RIVM). Ook hier is de kans hoger als de moeder besmet is met HIV (4 tot 7%). Er is geen bezwaar tegen zwangerschap. De bevalling kan langs de natuurlijke weg plaatsvinden. Ook kan gewoon borstvoeding worden gegeven. [1] .  

Het hepatitis C-virus wordt in het algemeen niet door seksueel contact overgedragen. Overdracht van het hepatitis C-virus door seksueel contact is wel beschreven bij homoseksuele mannen die HIV positief zijn.

Samenvattend zijn de risicogroepen:

1. 1e generatie migranten afkomstig uit landen met middel/ hoge prevalentie hepatitis C,
2. injecterende (ex) iv-druggebruikers,
3. homoseksuele mannen die HIV positief zijn,
4. personen met ALAT > 60 IU/L,
5. ontvangers bloedproducten (in Nederland voor 1992),
6. sommige medewerkers in de gezondheidszorg.

Het hepatitis C virus kan in bloed buiten het lichaam overleven. In november 2013 is een artikel verschenen van E. Paintsil, et al, over de infectiviteit van HCV in druppeltjes op oppervlakken buiten het lichaam, getiteld ‘Hepatitis C Virus Maintains Infectivity for Weeks After Drying on Inanimate Surfaces at Room Temperature: Implications for Risks of Transmission’. De resultaten van deze studie zijn gepubliceerd in The Journal of Infectious Diseases.

Sera waren ‘gespiked’ met HCV genotype 2a waarin een reportergen was gecloneerd. Druppeltjes van dit serum zijn op oppervlakken aangebracht en opgeslagen bij 4, 22 en 37ºC. De druppeltjes die bij 4 en 22ºC werden opgeslagen bleken infectieus virus te bevatten tot wel 6 weken, gemeten na aanbrengen van de druppeltjes op Huh-7.5 cellen. Desinfectie met chloor en alcohol was effectief in de aanbevolen concentraties. [2]

Risico gelopen? Laat u testen!


Referenties

  1. Arshad M et al, Hepatitis C virus infection during pregnancy and the newborn period–are they opportunities for treatment? J Viral Hepat. 2011 Apr;18(4):229-36.
  2. Paintsil, M. Binka, A. Patel, B.D. Lindenbach, R. Heimer. J Infect Dis. (2013) doi: 10.1093/infdis/jit648. First published online: November 23, 2013
  3. NHG Standaard  Virale hepatitis en andere leveraandoeningen
  4. Gezondheidsraad.  Screening van risicogroepen op hepatitis B en C. Den Haag: Gezondheidsraad, 2016; publicatienr. 2016/16. ISBN 978-94-6281-091-4.

 

Aandoening

Documenten

Infectiviteit HCV

Meer uitleg nodig?

Heeft u niet gevonden wat u zoekt? Neem dan contact met ons op.

Stel een vraag

Is deze bron betrouwbaar?

Lees meer over hoe deze website tot stand is gekomen.

Lees verder