Direct-acting antivirals bij zeldzame HCV genotypes Bijgewerkt op 07.05.21
Direct-acting antivirals bij zeldzame HCV genotypes. HepNed onderzoekt de effectiviteit van direct-acting-antivirals (DAA’s) bij niet-epidemische genotypes van het hepatitis C virus. De wetenschappelijke literatuur over HCV-behandeling met DAA’s beperkt zich voornamelijk tot de genotypes die veel voorkomen in de Westerse wereld. Dit zijn de genotypes 1a, 1b, 2a, 2b, 3a, 4a en 4d, en worden ook wel epidemische HCV genotypes genoemd. Er is hierdoor weinig data over effectiviteit van DAA’s bij zeldzamere, niet-epidemische genotypes. Deze genotypes komen in Nederland slechts bij een paar procent van de HCV patiënten voor, maar worden met name in sommige Afrikaanse en Aziatische landen juist frequent gezien.
De geringe data die wel beschikbaar is laat wisselende resultaten zien, waarbij in sommige studies relatief lage genezingspercentages worden gezien. Dit wordt mogelijk veroorzaakt doordat deze zeldzame genotypes van nature sequenties bevatten die zijn geassocieerd met DAA resistentie. Er is echter nog geen studie gepubliceerd die de behandeling van alle genotypes die niet epidemisch zijn in de Westerse wereld in kaart heeft gebracht. Daarom onderzoekt HepNed in de huidige studie de effectiviteit van DAA’s bij niet-epidemische genotypes. Alle Nederlandse microbiologische laboratoria die HCV genotypering uitvoeren werken mee aan de studie.
Informatie over de studie Direct-acting antivirals bij zeldzame HCV genotypes is te vinden op HepNed