Dosering en behandelduur van entecavir Bijgewerkt op 30.04.20
Voor zowel volwassen als pediatrische patiënten geldt dat de optimale behandelduur niet bekend is. Bij HBeAG-positieve patiënten wordt aanbevolen de behandeling voort te zetten tot 12 maanden nadat HBe-seroconversie (verlies van HBeAg en HBV-DNA en detectie van anti-HBe in twee opeenvolgende serummonsters, waar 3–6 mnd. tussen zit) of HBs-seroconversie optreedt of totdat verminderde werkzaamheid wordt geconstateerd. Bij HBeAg-negatieve patiënten wordt aanbevolen de behandeling voort te zetten totdat HBs-seroconversie optreedt of tot verminderde werkzaamheid wordt geconstateerd
Het combineren van entecavir met een tweede antiviraal middel (zonder kruisresistentie tegen lamivudine of entecavir) heeft de voorkeur boven monotherapie in geval van aanwezigheid van lamivudine resistentie (LVDr) mutaties. Virologische doorbraak kan, in geval van gedecompenseerde leverziekte, gepaard gaan met ernstige complicaties van de onderliggende leverziekte.
De veiligheid en de effectiviteit van de behandeling met aangepaste doseerintervallen in geval van nierfunctiestoornis zijn niet klinisch onderzocht; daarom dient de virologische respons dan nauwkeurig te worden gecontroleerd.