Dosering en toedieningswijze Hepatitis A vaccin Bijgewerkt op 19.03.20

Dosering Hepatitis A vaccin bij volwassenen en kinderen > 16 jaar:

Avaxim: primaire vaccinatie: een dosis van 160 E en bij voorkeur na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 160 E. De tweede dosis kan echter tot 36 mnd. na primaire vaccinatie worden gegeven.

Havrix: primaire vaccinatie: een dosis van 1440 E en na 6–12 mnd. nogmaals een dosis van 1440 E. De tweede dosis kan echter op basis van ervaring bij volwassenen tot 5 jaar later worden gegeven.

Dosering Hepatitis A vaccin bij volwassenen en kinderen > 1 jaar:

Epaxal: primaire vaccinatie: een dosis van 24 E en na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 24 E. De tweede dosis kan echter op basis van ervaring bij (niet immuungecompromitteerde) volwassenen tot 4 jaar later worden gegeven.

Havrix junior (1–15 jaar): primaire vaccinatie: een dosis van 720 E en na 6–12 maanden nogmaals een dosis van 720 E. De tweede dosis kan echter op basis van ervaring bij volwassenen tot 5 jaar later worden gegeven.

Vaqta Junior (1–16 jaar): primaire vaccinatie: een dosis van 25 E en na 6–18 maanden nogmaals een dosis van 25 E.

Bij blootstelling aan dan wel veel kans op besmetting met hepatitis-A-virus kunnen de vaccins gelijktijdig met immunoglobulinen worden toegediend.

Toedieningswijze:

De injectievloeistof i.m. toedienen in de regio deltoideae, bij jonge kinderen in het anterolaterale deel van de dij. Epaxal bij voorkeur injecteren in de regio deltoideae. In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.

Voor toediening Avaxim, Havrix en Vaqta goed schudden zodat een homogene suspensie ontstaat.


Referenties

Farmacotherapeutisch Kompas

Aandoening

Onderwerp

Meer uitleg nodig?

Heeft u niet gevonden wat u zoekt? Neem dan contact met ons op.

Stel een vraag

Is deze bron betrouwbaar?

Lees meer over hoe deze website tot stand is gekomen.

Lees verder