Hepatitis D Bijgewerkt op 20.04.21
Besmetting met het hepatitis D-virus (HDV) vindt plaats via bloed-bloed contact, perinataal of seksueel contact. Geschat wordt dat wereldwijd 15-20 miljoen mensen van de 350 miljoen mensen met hepatitis B, in contact is geweest met het hepatitis D-virus.
HDV is een speciaal virus. Het is een incompleet RNA virus dat voor zijn vermenigvuldiging in de hepatocyt afhankelijk is van het hepatitis B-virus. Zonder het hepatitis B-virus kan een hepatitis D infectie niet bestaan.
Zowel een co-infectie (een gelijktijdige besmetting van beide virussen) als een superinfectie (besmetting met HDV bij een hepatitis B drager) kan leiden tot een ernstige leverziekte (fulminante hepatitis, leverfalen). Bij het merendeel van patiënten met een superinfectie ontstaat een chronische hepatitis met snel optredende cirrose. Ook is er mogelijk een verhoogd risico op leverkanker (HCC). [1,2]

In Nederland kwam een gecombineerde infectie met het hepatitis B- en D-virus voornamelijk voor onder patiënten uit het mediterrane gebied en bij patiënten die door intraveneus drugs gebruik met hepatitis B zijn besmet. Maar door toenemende migratie zijn ook hepatitis B patiënten die afkomstig zijn uit landen met hoge prevalentie HDV, een risicogroep.
Momenteel wordt Peginterferon-alfa gebruikt voor de behandeling van HDV infectie. De behandelresultaten zijn slecht, met een SVR (Sustained Virological Response) van slechts 18%.
Referenties
- Kew MC. Hepatitis viruses (other than hepatitis B and C viruses) as causes of hepatocellular carcinoma: an update. J Viral Hepat. 2013;20:149-57.doi:10.1111/jvh.12043
- Zoutendijk R, e.a. De terugkeer van het hepatitis delta-virus. Ned Tijdschr Geneeskd.2016;160:D70.
- WHO factsheet Hepatitis D.