Het Noord-Hollandse Hepatitis Retrieval Project Bijgewerkt op 16.05.21

In het Noord-Hollandse Hepatitis Retrieval Project (2017) worden personen met hepatitis B of hepatitis C opgespoord, geëvalueerd en zonodig weer in zorg genomen. Veel patiënten bij wie in het verleden hepatitis B of hepatitis C is gediagnosticeerd en niet genezen zijn verklaard, zijn namelijk niet meer in beeld.  Data van de GGD en microbiologische laboratoria zijn in 2016 onderzocht op personen bij wie in de voorgaande 15 jaar hepatitis B of hepatitis C was vastgesteld. De resultaten zijn vergeleken met hepatitis patiënten die nog in het ziekenhuis of bij de huisarts in zorg waren.

 

Hepatitis B

In de regio Alkmaar zijn 552 mensen gediagnosticeerd met chronische hepatitis B, waarvan 356 patiënten (64.5%) niet meer gecontroleerd werden. Slechts 120 (33.7%) patiënten konden opgespoord worden, waarvan 113 (94.1%) via de huisarts uitgenodigd werden voor evaluatie. Het merendeel van de patiënten met hepatitis B kon niet worden opgespoord (236/356). Bij 97/236 (41.1%) patiënten was de huisarts onbekend, 34/236 (14.4%) waren in detentie, 38/236 (16.1%) waren asielzoekers met onbekend adres en 67/236 (28.4%) waren naar een andere regio verhuisd.

Van de 113 patiënten die via de huisarts waren uitgenodigd voor evaluatie werden 50 (44.2%) patiënten gezien in het ziekenhuis. Alle patiënten waren HBe-antigeen negatief. Voor 22 (44%) patiënten werd een ander beleid gekozen;14 (28%) hadden een indicatie voor screening op leverkanker (HCC), 5 (10%) een indicatie voor strakke follow-up en 3 (6%) patiënten een indicatie voor antivirale behandeling. De overige 25 (50%) patiënten werd geadviseerd om (half)jaarlijks ALAT te controleren en bij 3 (6%) patiënten was het hepatitis B-virus niet meer aantoonbaar.

 

Hepatitis C

Uit de data werden 499 personen geïdentificeerd met chronische hepatitis C, waarvan 150/499 (30.1%) niet meer gecontroleerd werden. Slechts 24/150 (16%) patiënten konden opgespoord worden, waarvan 20/24 (83,3%) via de huisarts uitgenodigd werden voor evaluatie. Behandeling met antivirale middelen werd gestart bij 3/4 (75%).

Van de 126 personen die niet waren opgespoord  was bij 45/126 (35.7%) de huisarts onbekend, 23/126 (18.3%) waren in detentie, 21/126 (16.7%) waren asielzoekers met onbekend adres en 37/126 (29.4%) waren naar een andere regio verhuisd.

De onderzoekers concluderen dat een heropsporingsproject waarbij data van laboratoria en medische dossiers vergeleken worden erg arbeidsintensief is en dat het percentage patiënten dat op deze wijze wordt opgespoord beperkt is. Wel is bij een significant percentage patiënten het beleid na her-opsporing gewijzigd. Gestructureerde her-opsporingsprogramma’s voor chronische hepatitis B en chronische hepatitis C zijn daarom belangrijk bij het bereiken van het doel van de Wereldgezondheidsorganisatie om hepatitis B en hepatitis C te elimineren. [1]

Het primaire doel van screening is om dragers van hepatitis B of hepatitis C op te sporen voordat gezondheidsklachten ontstaan


Referenties

  1. Beekmans, N., Klemt-Kropp, M. Re-evaluation of chronic hepatitis B and hepatitis C patients lost to follow-up: results of the Northern Holland hepatitis retrieval project. Hepatology, Medicine and Policy20183:5. https://doi.org/10.1186/s41124-018-0032-9

Type informatie

Meer uitleg nodig?

Heeft u niet gevonden wat u zoekt? Neem dan contact met ons op.

Stel een vraag

Is deze bron betrouwbaar?

Lees meer over hoe deze website tot stand is gekomen.

Lees verder