Bloedonderzoek hepatitis B Bijgewerkt op 21.04.21
Door middel van bloedonderzoek hepatitis B kan een Hepatitis B infectie worden aangetoond. Deze bepaling (HBsAg) kan vanaf 4 weken na de mogelijke besmetting worden uitgevoerd, maar betrouwbaarder is het om de test 3 maanden na de mogelijke besmetting uit te voeren. Als er sprake is van een recente besmetting wordt HBsAg na 6 maanden opnieuw getest. Aanvullend bloedonderzoek hepatitis B wordt gedaan als HBsAg positief blijft na een recente besmetting of positief is na een besmetting langer dan 6 maanden geleden. Dit betreft de virale load (HBV-DNA), HBeAg en de aan- of afwezigheid van leverontsteking (ALAT).

Verwijzing naar een specialist is nodig als
HBsAg positief is en tenminste één van de volgende uitslagen van toepassing is:
HBV-DNA ≥2000 IU/ml of
ALAT verhoogd of
HBeAg positief. [1]
Vervolgonderzoek na vaststelling hepatitis B
Als een actieve virusinfectie is aangetoond, moet vervolgens onderzocht worden hoe ernstig de ontsteking is en in hoeverre beschadiging van de lever is opgetreden. Bij lichamelijk onderzoek wordt de grootte van de lever en de milt beoordeeld en wordt gekeken of er tekenen zijn van slecht functioneren van de lever, zoals geelzucht. Dit onderzoek wordt aangevuld met een echografie en een Fibroscan onderzoek van de lever en uitgebreid bloedonderzoek. Zie de serologiekaart onder Documenten.
Als bij bloedonderzoek blijkt dat hepatitis B-virus in het bloed aanwezig is, maar dat er geen ontstekingsactiviteit in de lever is en er ook geen tekenen zijn van verlittekening van de lever, kan worden besloten om (nog) niet te starten met de behandeling. Controle dient in het eerste jaar iedere 3 maanden plaats te vinden, en daarna iedere 6 maanden. [2] Er is dan sprake van dragerschap zonder activiteit of van een rustige fase in het soms grillige ontstekingsbeloop. Zie het artikel ‘De verschillende fasen van chronische hepatitis B’.
Indien echter hepatitis B-virus wordt gevonden en een actieve ontsteking van de lever aanwezig is, met of zonder cirrose van de lever, zal de patiënt geadviseerd worden te starten met een behandeling met antivirale middelen. Bij deze beoordeling zal het soms ook nodig zijn om een biopsie uit de lever te nemen om met behulp van microscopisch onderzoek meer zekerheid te krijgen over de aard en de ernst van de aandoening. In plaats van een leverbiopsie zal de arts eerder onderzoek met een fibroscan doen. De fibroscan is een soort echoapparaat dat de elasticiteit van de lever kan meten. Een lever met cirrose heeft een lagere elasticiteit dan een gezonde lever.
Op www.hepatitisinfo-learning.nl staan de geaccrediteerde e-learning modules voor verpleegkundigen, huisartsen, artsen infectieziekten GGD, en doktersassistenten