Leverkanker (hepatocellulair carcinoom) Bijgewerkt op 09.04.21
De meest voorkomende vorm van leverkanker is hepatocellulair carcinoom (HCC). De incidentie neemt toe, van circa 200 nieuwe diagnoses in 1990 naar circa 840 in 2019. De prevalentie is de afgelopen decennia gestegen van 261 in 1999 naar circa 1.650 mensen in 2019. In 2018 zijn ruim 1.100 mensen overleden aan leverkanker. [1]
Risicofactoren
Risicofactoren voor het krijgen van leverkanker (hepatocellulair carcinoom) zijn:
- levercirrose tgv hepatitis B of hepatitis C,
- chronisch hepatitis B, met name bij Aziatische mannen > 40 jaar, Aziatische vrouwen >50 jaar, Afrikanen > 20 jaar, mensen met hepatocellulair carcinoom in de familie,
- NASH,
- alcoholgebruik.
Onderzoek
Door middel van bloedonderzoek, echografie, CT scan of MRI en, indien nodig, een leverbiopsie wordt de diagnose gesteld. Om de ernst van de levercirrose te bepalen wordt gebruik gemaakt van de Child-Pugh classificatie. Voor de bepaling van de ernst van de leverkanker wordt de TNM-classificatie gebruikt.
Behandeling
Er zijn verschillende behandelmogelijkheden, o.a. afhankelijk van de grootte en plaats van de tumor:
- Radiofrequente ablatie
- Operatie
- Chemo-embolisatie
- Levertransplantatie
- Radio-embolisatie
- Systemische anti-kanker therapie
- Radiotherapie
Partiële leverresectie kan gedaan worden als er geen sprake is van cirrose of bij graad A levercirrose (volgens de Child-Pugh classificatie). Het overblijvende, gezonde gedeelte van de lever zal de leverfunctie overnemen. Voor patiënten met ernstige levercirrose is levertransplantatie de aangewezen behandeling.
Er zijn een aantal video’s met informatie over de diverse onderzoeken: