Leververvetting NAFLD en NASH Bijgewerkt op 11.05.23

Leververvetting NAFLD en NASH is een aandoening van de lever waarbij vetten in de lever worden opgeslagen zonder dat er sprake is van overmatig alcohol gebruik, en waarbij > 5% van de levercellen (hepatocyten) zijn aangedaan. Voor mannen geldt dat er sprake is van overmatig alcohol gebruik bij meer dan 20 gram per dag en voor vrouwen bij meer dan 10 gram per dag.

Leververvetting

Bij ernstige leververvetting ontstaat NASH (non alcoholic steatohepatitis). Een gezonde lever bevat weinig of geen vet.

Prevalentie

Leververvetting is de meest voorkomende leveraandoening in de westerse landen. De geschatte prevalentie is 20%. De DELTA studie toont aan dat steatose ontstaat bij 44% van patiënten met NAFLD en 37% van de patiënten ontwikkelde fibrose, inclusief 22% met fibrose stadium 3.  [1-4]

Fasen van Leververvetting

Bij 47% van de mensen met leververvetting veroorzaakt de langdurige aanwezigheid van vetten (8-13 jaar) een ontsteking in de lever met beschadiging van de levercel (ballooning). Er is dan sprake van non-alcoholic steatohepatitis (NASH). Bij 10-30% van de mensen met NASH ontstaat cirrose (fibrosestadium F4) met de complicaties leverfalen en leverkanker (HCC).  [5]

De volgende fasen zijn te onderscheiden:
Niet-alcohol gerelateerde leververvetting (NAFLD) of steatose,
Niet-alcohol gerelateerde steatohepatitis (NASH): geen of weinig fibrose (F0-F1),
NASH met fibrose (F2-F3),
NASH met ernstige fibrose (F4): cirrose

Over het algemeen is NAFLD een langzaam progressieve ziekte, zowel bij volwassenen als bij kinderen, maar fibrose ontwikkelt zich snel in 20% van de gevallen. De snelheid van de progressie komt overeen met 1 stadium van fibrose elke 14 jaar bij NAFL en elke 7 jaar bij NASH, en wordt verdubbeld bij de aanwezigheid van hypertensie. [15]

Risicofactoren

De belangrijkste risicofactoren voor leververvetting zijn obesitas, hypertensie en insuline resistentie. [8]  Meer dan 70% van patienten met diabetes type 2 hebben ook NAFLD. Door overgewicht neemt de insuline gevoeligheid af. Hierdoor wordt de lipolyse (vetverbranding) in het perifeer vetweefsel niet geremd en komen er meer vrije vetzuren in de circulatie. De vetzuren hopen zich steeds meer op in de lever (evenals in de spieren en bloedvaten) waardoor insuline resistentie verergert en het glucosegehalte toeneemt. [9]

Om te bepalen of iemand overgewicht of obesitas heeft wordt gebruik gemaakt van de BMI(Body Mass Index). Een BMI tussen 18,5 en 25 kg/m2 wordt beschouwd als gezond. Bij een BMI tussen 25 en 30 kg/m2 spreekt men van overgewicht en bij een BMI van meer dan 30 kg/m2 spreekt men van obesitas.

In 2021 had 50% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder overgewicht, waarvan 14% ernstig overgewicht (obesitas). Overgewicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij obesitas is dat andersom: meer vrouwen hebben obesitas dan mannen.  Van de kinderen van 4 tot en met 17 jaar oud had 14,7% in 2020 overgewicht, waarvan 12,2% matig overgewicht en 2,5% obesitas. Het percentage kinderen rond de 2 jaar met (ernstig of matig) overgewicht is 8,0%. [6,13]
Hagström e.a hebben aangetoond dat jongeren met overgewicht meer risico hebben op ernstige leverafwijkingen op volwassen leeftijd.  [7]

De belangrijkste risicofactoren voor leververvetting zijn overgewicht, hoge bloeddruk en diabetes type 2.

Ziektebeeld

Meestal hebben mensen met leververvetting geen klachten. Soms is er sprake van moeheid, malaise of vage buikklachten. Klachten zoals moeheid, gewichtsverlies en spierzwakte zijn er wel bij NASH, als ernstige fibrose of cirrose is ontstaan.
Patienten met NAFLD hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van hypertensie en een verhoogd risico op diabetes mellitus type 2 wegens insuline resistentie ten gevolge van vetopslag in de levercel.

Leververvetting NAFLD en NASH

Onderzoek

Door middel van echo-onderzoek kan de mate van vetopslag in de lever vastgesteld worden: afwezig, matig of veel vervetting. De aanwezigheid van fibrose kan worden vastgesteld met transiënte elastografie. Voor het onderscheid tussen NAFLD en NASH zal een leverbiopsie gedaan moeten worden omdat er nog geen goedgekeurde bloedtesten zijn om NASH te identificeren.

Omdat  insulineresistentie vaak voorkomt bij NASH zal nuchter glucose moeten worden bepaald en het lipidenspectrum (totaal cholesterol, HDL-cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden) in verband met het risico op hart- en vaatziekten.

Behandeling

Geadviseerd wordt:

  • afvallen, waarbij gestreefd moet worden naar een gewichtsverlies van 7-10%,
  • diabetes controle,
  • verlaging verhoogd cholesterol,
  • voldoende beweging,
  • mediterraan dieet, gekenmerkt door een hoge inname van olijfolie, noten, fruit, groenten en vis, en een lage inname van rood en verwerkt vlees en toegevoegde suikers.  [10-12]

Er is (nog) geen specifieke behandeling voor leververvetting (NAFLD) en NASH.

Bekijk hier de nieuwsberichten over Leververvetting / NAFLD / NASH die gepubliceerd zijn op deze website.

In 2021 had 50% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder matig of ernstig  overgewicht. Van de kinderen van 4 tot en met 17 jaar oud had 14,7% overgewicht

Op hepatitisinfo-learning kon tot 28 april 2023 de e-learning module over leververvetting gevolgd worden, geaccrediteerd voor doktersassistenten


Referenties

  1. EASL–EASD–EASO Clinical Practice Guidelines for the management of non-alcoholic fatty liver disease. J of Hepatology 2016 vol. 64 j 1388–1402
  2. AASLD Practice Guidance NAFLD en NASH.
  3. NHG standard: virushepatitis en andere leveraandoeningen.
  4. Obesity and overweight. WHO factsheet 2018.
  5. Michelotti GA, Machado MV, Diehl AM. NAFLD, NASH and liver cancer. Nat Rev Gastroenterol Hepatol 2013;10:656-665.
  6. Volksgezondheidenzorg.info/overgewicht, 2020
  7. Hagström, H., Stål, P., Hultcrantz, R., Hemmingsson, T., and Andreasson, A. Overweight in late adolescence predicts development of severe liver disease later in life after 39 years of follow-up. J Hepatol. 2016; 65: 363–368.
  8. Liu H, Lu HY. Nonalcoholic fatty liver disease and cardiovascular disease. World J Gastroenterol.2014;20:8407–8415.
  9. NAFLD and diabetes mellitus Nature Reviews Gastroenterology & Hepatology volume 14, pages 32–42 (2017) doi:10.1038/nrgastro.2016.147. Last accessed: March 2018.
  10. Dyson JK, Anstee QM, McPherson S. Non-alcoholic fatty liver disease: a practical approach to treatment. Frontline Gastroenterol. 2014 Oct;5(4):277-286. Epub 2014 Jan 22.
  11. Loomba R, et al., Exercise and improvement of NAFLD: Practical recommendations. J of Hepatol July 2015 Volume 63, Issue 1, Page 10-12.
  12. Weiss J, et al. Non-Alcoholic Fatty Liver Disease: Epidemiology, Clinical Course, Investigation, and Treatment. Dtsch Arztebl Int. 2014;111(26):447–452.
  13. Struijs J, de Vries E, Suijkerbuijk A, Molenaar J, Scheefhals Z, Baan C. Monitor Kansrijke Start 2019. Invoering van het actieprogramma en een meting van de uitgangssituatie. Bilthoven: RIVM; 2019.
  14. RIVM 2022
  15. Sing S, Fibrosis progression in nonalcoholic fatty liver vs nonalcoholic steatohepatitis: a systematic review and meta-analysis of paired-biopsy studies.Clin Gastroenterol Hepatol. 2015; 13 (e641–e649; quiz e639–e640): 643-654

Aandoening

Onderwerp

Meer uitleg nodig?

Heeft u niet gevonden wat u zoekt? Neem dan contact met ons op.

Stel een vraag

Is deze bron betrouwbaar?

Lees meer over hoe deze website tot stand is gekomen.

Lees verder