Overzicht hepatitis virussen Bijgewerkt op 07.05.21
In dit overzicht hepatitis virussen staan de vijf virussen die virale hepatitis kunnen veroorzaken: het hepatitis A-, B-, C-, D- en E-virus. Het woord hepatitis komt van “hepar”, het Griekse woord voor lever. Het achtervoegsel “-itis” betekent ontsteking. Hepatitis is dus een ontsteking van de lever en kan ontstaan door virussen, vetophoping, afweerstoffen tegen eigen levercellen, bepaalde chemische stoffen, medicijnen of overmatig alcohol gebruik.
Het hepatitis F-virus is enkele malen ‘gesignaleerd’. Het virus is daardoor geclassificeerd als een aparte groep onder de flavivirussen maar de (klinische) betekenis is beperkt.
De overeenkomst tussen de hepatitis-virussen is dat ze allemaal een (virale) hepatitis, dat is een leverontsteking, veroorzaken. Het zijn echter verschillende virussen uit verschillende virusfamilies. Bij de diagnose en de behandeling wordt rekening gehouden welk virus de hepatitis heeft veroorzaakt. Hepatitis B en hepatitis C kunnen chronisch worden. Klachten ontstaan meestal pas jaren na de besmetting als de lever ernstig is beschadigd, ten gevolge van levercirrose of leverkanker.

Ook enkele andere virussen kunnen soms een leverontsteking veroorzaken maar niet altijd, zoals bijvoorbeeld enkele herpesvirussen (CMV, EBV).
In de onderstaande tabel ‘Overzicht hepatitis virussen’ staan enkele eigenschappen van de virussen.
hepatitis virus |
virologie | acuut of chronisch? | besmetting door | vaccinatie mogelijk? |
A | RNA, picornavirus | acuut | voedsel, water | ja |
B | DNA, hepadnavirus | acuut en/of chronisch | bloed-bloed en seksueel contact | ja |
C | RNA, flavivirus | meestal chronisch | bloed-bloed contact | nee |
D | RNA | chronisch | bloed-bloed (en seksueel contact) | ja, tegen hepatitis B |
E | RNA, hepevirus (calicivirus-achtig) | meestal acuut | voedsel, water | nee |