SNAP study Bijgewerkt op 20.05.21
In de SNAP study wordt onderzocht wanneer de behandeling van chronische hepatitis B met nucleosideanalogen (NA’s) gestopt kan worden. Een van de grote onderzoeksvragen wat betreft chronische hepatitis B is wie behandeling met NA’s kan staken. De EASL heeft in haar meest recente richtlijn (2017) opgenomen dat het staken van NA’s kan worden overwogen als voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden.
In het Erasmus MC is een prospectieve studie gestart, de SNAP study: Sustained response to nucleo(s)tide analogues for chronic hepatitis B. In deze studie zal de behandeling met entecavir of tenofovir van patiënten met een chronische hepatitis B onder strikte voorwaarden gestopt worden. Vervolgens worden de patiënten gedurende in totaal 96 weken intensief vervolgd (in totaal 10 poli controles inclusief bloedonderzoek). Het staken van de behandeling zal gebeuren volgens in- en exclusie criteria die zijn gebaseerd op de EASL richtlijn. Patiënten met aanwijzingen voor gevorderde leverziekte zijn uitgesloten. De primaire uitkomstmaat is een duurzame response (HBV-DNA < 2000 IU/ml) na 48 weken.
Patiënten die deel willen nemen aan deze studie kunnen (tijdelijk) naar het Erasmus MC worden verwezen.
Klik hier om het zakkaartje van de SNAP studie met inclusie en exclusiecriteria te downloaden.
Heeft u vragen over de SNAP studie of een mogelijke kandidaat die verwezen kan worden? Neem contact op met:
Sylvia Brakenhoff, arts onderzoeker
T: 06 500 319 49, Email: s.brakenhoff@erasmusmc.nl
Hepatitis B
Hepatitis B is een ontsteking van de lever die ontstaat door besmetting met het hepatitis B-virus (HBV). De incubatietijd, dit is de tijd tussen besmetting en het optreden van klachten, is 1-6 maanden. In de meeste gevallen treden klachten pas vele jaren na de besmetting op, als de lever ernstig is aangedaan. Als het virus langer dan zes maanden aanwezig is, spreekt men van chronische hepatitis. Iemand is besmettelijk zolang hij/zij drager is van het virus. Het virus wordt overgedragen via bloed op bloed contact en via seksueel contact. Het virus kan tenminste 7 dagen buiten het lichaam overleven.
Behandeling hepatitis B
Behandeling van hepatitis B vindt plaats met behulp van geneesmiddelen die het afweersysteem versterken (PEG-interferon alfa-2a, maximale duur 48 weken) of medicijnen die het virus langdurig onderdrukken, zoals entecavir of tenofovir. De behandelduur is 12 maanden of langer, mogelijk levenslang. Door tijdige behandeling zullen de gevolgen van chronisch hepatitis B, zoals levercirrose en leverkanker, minder vaak voorkomen. Bestaande complicaties kunnen met behandeling ook verbeteren.
In de EASL richtlijn ‘Behandeling hepatitis B’ staat dat bij wel of niet behandelen rekening gehouden moet worden met de leeftijd van de patiënt, HBeAg status, familie geschiedenis van HCC, zwangerschapswens en de voorkeur van de patiënt. EASL heeft in haar meest recente richtlijn (2017) opgenomen dat het staken van NA’s kan worden overwogen als voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden.