Prevalentie van hepatitis B, hepatitis C en hiv in migranten Bijgewerkt op 01.12.21

De prevalentie van hepatitis B, hepatitis C en hiv in migranten is hoger in vergelijking met de Nederlandse bevolking. Aanbevolen wordt om deze doelgroep op locatie te testen. In Nederland worden migranten niet routinematig gescreend op hepatitis B (HBV), hepatitis C (HCV) en hiv. In een cross sectional studie door S. Klok e.a. gepubliceerd online in PloS One werden migranten zonder papieren en onverzekerde legale inwoners die de Kruispost in Amsterdam tussen oktober 2018 en oktober 2019 bezochten, uitgenodigd om zich te laten testen op HBsAg, anti-HBcAb, HCV-RNA en anti-HIV-antilichamen of HIV-antigeen.

Resultaten

Van de 1376 uitgenodigde patiënten zijn 784 (57%) geïncludeerd. De deelnemers waren afkomstig uit Afrika (35%), Azië (30%) en Noord/Zuid-Amerika (30%), 451/784 (58%) deelnemers gingen naar een extern laboratorium voor het testen op HBV, HCV en/of hiv. In totaal waren 130 van 438 (29,7%) deelnemers blootgesteld aan HBV (anti-HBcAb-positief), van wie 11 deelnemers een chronische HBV-infectie (HBsAg-positief) hadden. Dit resulteerde in een prevalentie van 2,5% (n=11/438). Vier (36,4%, n=4/11) waren bekend met hun chronische HBV-infectie. Bij 27% (n=119/438) was de HBV-infectie (HBsAg-negatief) geklaard.
In totaal waren 10 deelnemers blootgesteld aan HCV, van wie er drie een chronische HCV-infectie hadden (0,7%, n=3/435). Bij zeven was de HCV-infectie (1,6%, n=7/435) geklaard. Niemand wist van hun HCV-infectie voorafgaand aan deelname.
Vijf deelnemers testten hiv-positief, resulterend in een prevalentie van 1,1% (n=5/439); drie deelnemers waren al bekend met hun hiv-positieve status. Er zijn geen co-infecties gevonden.

Conclusie

Migranten zijn volgens de Nederlandse huisartsenrichtlijn virale hepatitis een risicogroep voor HBV- en HCV-infectie. De relatief hoge prevalentie van HBV-, HCV- en hiv-infectie in deze studie in vergelijking met de algemene Nederlandse bevolking onderstreept nog eens dat migranten zonder papieren geen uitzondering zijn op deze richtlijn. In combinatie met het feit dat screening op chronische hepatitis B en C onder migrantenpopulaties kosteneffectief is in een laag-endemische omgeving, zou proactieve casusopsporing door huisartsen en andere gezondheidswerkers bij migranten (zonder papieren) standaard moeten zijn.

Deze studie benadrukt het belang van het proactief vinden van gevallen in de openbare gezondheidszorg en/of eerstelijnszorg. Testen op locatie zal waarschijnlijk de acceptatie van screening kunnen vergroten. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten zich ervan bewust zijn dat migranten zonder papieren en onverzekerde mensen, barrières tegenkomen wanneer ze worden verwezen naar gespecialiseerde centra voor zorg en behandeling van HBV/HCV- en hiv-infecties.
De onderzoekers concluderen dat zorg aan personen met de diagnose HBV, HCV of hiv-infectie verbeterd moet worden. Lokale protocollen zijn nodig die specificeren hoe mensen zonder papieren en zij die niet verzekerd zijn, toegang kunnen krijgen tot laagdrempelige diensten voor zorg en behandeling. Met inbegrip van middelen om zorg gerelateerde financiering veilig te stellen voor migranten.

Bron: Klok, Sarineke et al. “Hepatitis B Virus (HBV), Hepatitis C Virus (HCV) and Human Immunodeficiency Virus (HIV) infections among undocumented migrants and uninsured legal residents in the Netherlands: A cross-sectional study, 2018-2019.” PloS one vol. 16,10 e0258932. 29 Oct. 2021, doi:10.1371/journal.pone.0258932